18 mei 2014

4 mei herdenking en oorlogsmonumenten om bij stil te staan

Op 4 mei werden in Noord op twee plaatsen officieel de doden van de Tweede Wereldoorlog herdacht.

's Ochtends was er een herdenking bij een monument aan de Noordsingel. Dat begon in het voormalige deelgemeentekantoor met het voordragen van gedichten door leerlingen van basisschool De Klimop.

Daarna liepen de aanwezigen in optocht naar het monument, dat tegenover het Huis van Bewaring ligt.

Gedicht van en voorgedragen door leerling Natalija Kolundzija

Voor Anne Frank

Blij  
Ik ben blij
Want kijk, daar zit jij
Wij 2, zij aan zij
We steunen op elkaar; Ik op jou, jij op mij
Een sterke band hebben wij
Jij maakt me blij

Bang  
Ik ben ook bang
Door alle ruzie en dwang
De razzia pakt ons allemaal op, ze gaan gewoon hun gang
Zal ik het ooit horen: Dat vrolijke overwinningsgezang? 
Daarom ben ik bang


Het monument is opgericht om te herdenken dat op 16 juli 1941 een piloot van de Britse Royal Air Force zijn aangeschoten vliegtuig ter hoogte van het Gerechtsgebouw (Huis van Bewaring) liet neerstorten in de Noordsingel. Hij manoeuvreerde zijn bommenwerper zo dat er geen woonhuizen werden geraakt. Daarmee redde hij en de andere bemanningsleden het leven en de huizen van veel bewoners. Zelf zijn zij daarbij om het leven gekomen.

Het monument is in 1946 opgericht door dankbare Noordsingelbewoners.


Dit oorlogsmonument is geadopteerd door basisschool De Klimop, Rembrandtstraat 27. Deze 'adoptie' is georganiseerd door het Nationaal Comité 4 en 5 mei.  Op hun website melden zij: Al 1.430 basisscholen hebben een monument in hun dorp of buurt geadopteerd. Leerlingen krijgen onderwijs over de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de traditie van herdenken en bijbehorende rituelen. De leerlingen wonen een herdenking bij het monument bij en dragen bijvoorbeeld hun zelfgeschreven gedichten voor.


Een ander gedicht van en voorgedragen door leerling Wiaem el Bahri.

Waarom?

We begonnen met herdenken in 1961. Toen werd het bevestigd. 
We herdenken de burgers en militairen die zijn omgekomen of vermoord.
Hun leven was zo kort.
Ze hebben voor ons gevochten.
Nu kunnen wij ons leven rustig leiden en de oorlog vermijden.
We herdenken ook de Nederlandse slachtoffers van de oorlogssituaties en vredesoperaties.
Wij hebben het zo goed.
En hun zien lijden met tranen en bloed.
Ik kijk tv, iemand kijkt gezellig mee.
Zij hoorden knallen en mensen die vallen.
Waarom is het zo gegaan?
Ze hebben niets misdaan.
Of hebben ze toch iets gedaan?
Waar is het misgegaan?
Haat en nijd daar heb je toch niets aan.
Waarom werd er een onderscheid gemaakt?
De hele vriendschap en liefde werd afgekraakt.
Heeft u dit ooit uzelf afgevraagd?
Ik hoop dat dat in de toekomst niet zo gaat.
Liefde en vrede voor altijd.                    
Bedankt voor uw tijd.

Actief bewoner en lid van de gebiedscommissie Ina Chabot hield een toespraak. Zij haalde een tekst aan uit het boekje 'Schuilen onder de spoorbogen'. Een erg leuk boekje met korte verhalen van de belevenissen van kinderen in Noord tijdens 1940-1945. De verhalen zijn opgetekend uit interviews met volwassenen, die destijds als kind in Noord woonden (zie daarover verderop meer).

Ina verhaalde uit het boekje:

Een jongen vertelt: Ik was tien jaar toen de oorlog begon en woonde samen met mijn moeder in de Agniesestraat. Moeder had een melkwinkeltje. Ze verkocht melk, boter, kaas en eieren.
Op 14 mei was het bombardement. Toen de bommen vielen, stond er net een melkboer met een vrachtwagen voor onze deur om melk af te leveren. 'Onder de trap, onder de trap' riep hij. Maar we hadden helemaal geen trap waar we onder pasten. Onder de winkel was wel een lage kelder. Daar kropen we in, moeder, de melkboer en ik. Na een tijdje durfden we weer naar buiten. Voorbij de Teilingerstraat, in de Schoterbosstraat, zagen we de huizen branden. En overal lag puin.

Verderop in de straat op nummer 59, woonde de familie Lipschits. Mevrouw Lipschits kwam iedere dag bij ons in de winkel. Vóór de oorlog stond meneer Lipschits op de markt. Hij verkocht bananen. Dat kon hij zo goed dat hij er een prijs mee won.
De hele familie Lipschits dook onder. Een paar familieleden zaten op de Schieweg. Toen het daar ook niet meer veilig was, werden ze naar onderduikadressen in Amsterdam, Zeeland en Friesland gebracht. Dat hebben we allemaal pas later gehoord. In de oorlog wist je niet wat er aan de hand was. We dachten echt dat ze naar Duitsland gingen om te werken. Maar ze kwamen terecht in concentratiekampen.

In 1942 begonnen de Duitsers de Joodse mensen weg te halen. Tegenover ons op nummer 40a woonde de familie Swaab. Ik speelde wel eens met Loetje; die was 13 jaar. Eerst moest de vader van Loetje naar Duitsland. Om te werken, zeiden de Duitsers. Daarna de oudste kinderen en toen de rest van de familie. Loetje kwam nog afscheid nemen. Hij zei: 'We gaan naar vader. Maar we komen terug hoor'. Eerst werden ze naar Loods 24 gebracht, op zuid. Daarna gingen ze naar kamp Westerbork in Drenthe en vandaar uit met de trein naar Duitsland.


Loetje Swaab en zijn familie heb ik nooit meer teruggezien. En van de hele familie Lipschits zijn na de oorlog maar twee jongens teruggekomen.

Foto boven: Stolpersteine ter gedachtenis aan de omgekomen familieleden Lipschits.

De 'Last Post' werd geblazen en daarna volgde twee minuten stilte.

Leden van de gebiedscommissie legden de eerste krans.

Gevolgd door de Bewonersvereniging.

Door andere bewoners en belangstellenden.


En leerlingen van De Klimop.

Toch maar mooi dat de leerlingen op zondag komen voor 'hun' monument en ter gedachtenis aan de omgekomen bemanningsleden van de bommenwerper en anderen.

Na de officiële plechtigheid werden herinneringen opgehaald.



Opvallend was dit jaar dat in de pers veel aandacht was voor het feit dat de dodenherdenking op 4 mei nog niets aan belangstelling heeft ingeboet.

In het boekje 'Schuilen onder de spoorbogen' staan - naast de verhalen van kinderen uit die tijd - per wijk monumenten uit '40-'45 beschreven. Die monumenten komen terug in de verhalen.


Zoals de afgeketste kogels bij Ungerplein 16 in de Provenierswijk. Uit het boekje: Vader en moeder liepen al door het onderdoortje naar de Obreenstraat, toen er een vliegtuig heel laag overvloog. Het hakenkruis op de onderkant van de vleugels was overduidelijk te zien…  Ik bleef staan kijken, want ik wilde weten of het vliegtuig een Stuka of een Heinkel was…  Toen zag ik een flits. Hij schoot op me! Die piloot schoot op mij, een jongen van elf jaar…  De kogels ketsten tegen het huis naast het poortje. Ik stond te trillen op mijn benen.


Op een paar plaatsen is het nog zichtbaar, maar het merendeel wordt aan het oog onttrokken door klimop.

Het boekje was destijds een initiatief van Marianne Gündel en Ina Chabot. Bij het maken van de foto's bleek Marianne op Ungerplein 16 te wonen. Zij liet weten: De aanleiding van het boekje was het verhaal van een terminale voorbijganger in een scootmobiel die de belangrijke plekken uit zijn leven voor het laatst bezocht. Hij was één van de kinderen die beschoten - maar niet geraakt - werden op die zondagochtend, 12 mei 1940. Zij woonden op 10 mei 1940 in de Hoogstraat en waren op de Schiekade naar de kerk geweest, omdat zijn moeder er op gestaan had bij een tante in de Van der Sluysstraat te gaan logeren toen de oorlog uitbrak. De daaropvolgende dinsdag is de Hoogstraat aan puin geschoten en bleef de Van der Sluysstraat gespaard. Raadselachtig! Door dit voorval realiseerden wij ons dat het hoog tijd werd de ooggetuigen van 'kleine' oorlogsverhalen aan het woord te laten voor het te laat was.

Op het pleintje aan de Kerdijkstraat/Treubstraat in Bergpolder staat geen monument, maar wel een informatiebord van het 'Historisch Buitenmuseum' over verwoesting door een Duitse V1. V1's waren onbemande straalvliegtuigjes met een explosieve lading. Die werden door de Duitsers ingezet om onder meer Londen mee te verwoesten. V1's hadden de reputatie dat er regelmatig iets mee mis ging; dat ze uit koers raakten. De Treubstraat werd 18 maart 1945 per ongeluk het doel van een V1. Er vielen 42 doden en 48 gewonden en er werden 34 woningen verwoest en 80 beschadigd.
Klik hier voor meer informatie en een foto kort nadat de V1 daar was neergekomen.

Tegenover Statenweg 147 in Blijdorp was op 14 mei nog een officiële kranslegging door onder andere burgemeester Aboutaleb. Dit monument herdenkt dat er in die woning een ultimatum van de Duitsers werd overhandigd met als boodschap: geef je over. Zie daarover een uitgebreid verhaal op Wikipedia. De overgave werd te laat getekend: door het bombardement werden 800 mensen gedood en 24.000 woningen vernietigd.
Het monument is op 4 mei 1988 geplaatst in opdracht van de deelgemeentes Centrum en Noord.

Ook 's middags na de plechtigheid kwamen buurtbewoners nog even langs.

In de Roo-Valkstraat in de Agniesebuurt is de brandgrens van het bombardement te zien: de huizen van de nummers 22 en 26 zijn duidelijk in een andere tijd gebouwd. De panden rechts op de foto werden gespaard bij het bombardent, de anderen werden vernietigd en later herbouwd.

Bij het maken van deze foto's hoorde ik van buurtbewoner Harry Hermans: Wij wisten helemaal niet van het bombardement, maar ik kan me herinneren dat er een zuidwestelijke wind was, de lucht donker werd en dat er allerlei papiersnippertjes van boeken en kwitanties naar beneden dwarrelden. Pas later hoorden we dat Rotterdam was gebombardeerd en begrepen we waar die vandaan kwamen. Dat lijkt misschien niet bijzonder, maar hij woonde toen in Utrecht!

Hier aan de Bergsingel 104 in het Liskwartier is er niet direct iets zichtbaar, maar in dit huis woonde Samuel Esmeijer. Hij had een knokploeg die hoorde bij het verzet. In 1944 bevrijdde deze groep 17 gevangen uit het Huis van Bewaring aan de Noordsingel.

Uit het boekje: Toen de stad op 14 mei werd gebombardeerd, liepen veel mensen naar het Kleiwegkwartier, Schiebroek of Hillegersberg. Anderen zochten een schuilplaats…  Eén van de bommen viel bij de Schiebroeksestraat 4. Daar zit een gedenksteen.

In de Schiebroekselaan, vlak bij de Bergweg, vind je nog een schuilkelder.

'Schuilen onder de spoorbogen' (ISBN 978 90 81546 614) is een uitgave van het Geschiedenislab en is in 2010 uitgegeven in opdracht van Deelgemeente Noord. Op de website van het Geschiedenislab staat dat het te koop is bij Boekhandel Snoek, maar die blijken uitverkocht. Ben je geïnteresseerd in het boekje, stuur dan een mailtje naar Marjan Beijering van het Geschiedenislab: info@geschiedenislab.nl.

Terug naar 4 mei. Aan het eind van de middag was er een herdenking bij het monument 1e Pijnackerstraat 104.


Een sigaretje om de tijd te doden was op zijn plaats: hij was al lang voor de officiële gebeurtenis aanwezig.

Het was heel wat frisser dan de herdenking van die ochtend aan de Noordsingel en het waaide nogal, zodat de bladmuziek moest worden vastgezet.


Even voorbeschouwen.

Het 'afzettingshek' wordt geplaatst.

En langzaamaan wordt het steeds drukker. Uiteindelijk zijn zo'n 75 mensen bij deze herdenking aanwezig.

Daar hield - ook lid van de gebiedscommissie - Marianne de Bever-van Eck een toespraak.

Welkom bij deze dodenherdenking. Op 18 oktober 1942 is hier, in toenmalig wijkcentrum ‘Geloof en Vrijheid’ een bijeenkomst van het verzet. Ze worden verraden en de Sichterheitsdienst doet een inval. Gevolg: drie verzetsstrijders laten het leven. De heer Robert Cox, raakt zwaar gewond. Hij wordt vele maanden verpleegd in het gemeentelijke Bergweg Ziekenhuis, wordt dan naar Vught getransporteerd en uiteindelijk naar kamp Dachau. Zijn kansen tot overleven zijn niet best. Cox is invalide geraakt en kan niet staan. Maar omdat hij chemisch ingenieur is van beroep, wordt hij tewerkgesteld in het laboratorium voor bloedonderzoek. Hij overleeft de oorlog en keert op 27 mei terug naar Nederland. Nooit heeft hij over deze periode willen praten. Maar het is wel heel mooi dat er vandaag een familielid aanwezig is. U heet ik speciaal van harte welkom. Mooi dat u hierbij kunt zijn. En zoals u ziet, bloeien er witte geraniums die u zo mooi vindt op de plek waar het tragische ongeval 72 jaar geleden plaats vond. Fijn dat u hierbij kunt zijn.

Het is 1945 als de vrede getekend wordt en de Tweede Wereldoorlog voorbij is. Wat achterblijft is een land in ontreddering. Miljoenen doden, mensen die terugkeren naar kapotte straten en woningen, mensen die zoeken naar familie, voedsel, werk. Mensen die de gruwelijkheden nooit meer zullen vergeten. Voor het leven getekend. Nu zijn we 69 jaar verder en een belangrijk thema van deze herdenking en de viering morgen is: vrijheid geef je door.

Ook hier werd de 'Last Post' geblazen.

Vrijheid is een belangrijk goed. We staan er vaak niet bij stil hoe wel wij varen bij vrijheid. Hoe bijzonder het is dat we mogen zeggen wat we willen. Dat we mogen gaan en staan waar we willen. Mogen zijn bij wie we willen. Jezelf kunnen zijn: dat is vrijheid. Ongemerkt kan die vrijheid onder druk worden gezet. Dat mensen elkaar respecteren, is dan ook een belangrijk kenmerk van een vrije samenleving. Mensen moeten elkaar over en weer zien staan. Anderen zien staan betekent niet dat je iedereen ook sympathiek vindt. Mensen zijn nu eenmaal verschillend. Sommige mensen gedragen zich zo onuitstaanbaar dat je ze liever niet meer tegenkomt. Maar als iemand al van tevoren denkt dat een ander niet deugt omdat hij tot de 'verkeerde' groep hoort, is er iets mis. Mensen zijn op elkaar aangewezen. Iedere samenleving waarin mensen iets willen opbouwen, begint ermee dat we elkaar accepteren. Aan deze fundamentele wederkerigheid mag nooit worden getornd. Ontmoetingen tussen mensen met verschillende ideeën zijn vaak een bron van creativiteit en ondernemerschap. Wanneer iemand zich misdraagt, moet je zijn gedrag afwijzen - maar die ander blijft een mens.

Na de twee minuten stilte volgde passende zang en muziek.

Respect moet voortkomen uit de manier waarop mensen elkaar benaderen. Mensen hebben - zoals gezegd - veel gemeen, en juist daarom geven verschillende ideeën en interesses kleur aan de samenleving. Echter, niet onvoorwaardelijk. Die verschillen mogen niet worden opgeblazen tot gevoelens van superioriteit. Hoe sterk iemands overtuiging ook is, niets geeft hem het recht die aan anderen op te leggen of daarom anderen aan de kant te drukken.
Vrijheid staat of valt bij de ruimte die we elkaar bieden. Mensen zijn op elkaar aangewezen. Vrijheid is meer dan elkaar met rust laten, iets anders dan je gang gaan alsof er geen ander mens is. Vrijheid kan alleen bestaan op basis van wederkerigheid. Laat dat de les zijn voor de toekomst.
4 en 5 mei zijn de jaarlijkse momenten om stil te staan bij de slachtoffers van oorlog en vervolging en om de vrijheid te vieren. Laten we ervoor zorgen dat het daarbij blijft.



De gebiedscommissie legde opnieuw de eerste krans.

De in de toespraak genoemde neef van Robert Cox heeft zojuist bloemen gelegd.

Als je alle ellende van de Tweede Wereldoorlog nog eens op je in laat werken en denkt aan Syrië, de Oekraïne, Zuid-Soedan en nog zoveel meer (burger)oorlogsgebieden, is het dan niet belangrijk dat wij in een oorlogvrij Europa wonen? Ieder moet voor zichzelf bepalen waar hij/zij donderdag op stemt, maar wij doen dat - mede indachtig 1940-1945 - in ieder geval vóór Europa.

Foto's: Mick Otten en Johannes Odé
Tekst: Mick Otten