29 april 2015

Bergsingelkerk 100 jaar: reünie, geschiedenis en historische modeshow


Op 7 april was het 100 jaar geleden dat de Bergsingelkerk in Rotterdam officieel werd geopend. Dit willen wij niet ongemerkt voorbij laten gaan. Het leek ons een goede zaak om dit feit te gedenken met de mensen die in het verleden op enigerlei wijze met dit kerkgebouw en ook met de andere reeds verdwenen of verkochte kerkgebouwen waren verbonden. Vandaar dat we een grote reünie hebben gepland waar we elkaar kunnen ontmoeten en herinneringen kunnen ophalen. We hopen dat het een mooi ontmoetingsfeest zal worden. Zo luidde de uitnodiging die wij ontvingen.

In dit bericht een impressie van de gezellige reünie, de toespraken en een historische modeshow van predikantskleding.

Op 11 april werden we zoals altijd vriendelijk en van harte welkom geheten door Bert en Wil van Namen, beheerders van de kerk.

Ontvangst in de voorzaal van de kerk. Even inschrijven en een sticker met je naam opplakken. Handig want wie weet kom je dadelijk iemand tegen die je niet meer herkent na al die tijd!

Koffie?

Mensen die elkaar een dag of tientallen jaren niet meer hadden gezien.

Wat leuk je weer te zien!

De Bergsingelkerk is het enige kerkgebouw dat van de vijf grote kerkgebouwen die de Gereformeerde Kerk te Rotterdam in het verleden bezat, nog in gebruik is. Drie kerken zijn inmiddels gesloopt en een kerkgebouw is verkocht aan een ander kerkgenootschap. Eind vorige eeuw leek het er op dat ook dit laatst overgebleven kerkgebouw niet zou ontkomen aan de slopershamer. Mede dank zij de medewerking van de gemeente Rotterdam en van acties van enthousiaste kerkleden en wijkbewoners kon het gebouw behouden blijven. Sinds 2000 is de kerk een gemeentelijk monument. Daarna is de kerk geheel gerestaureerd.

Even kijken naar de fotograaf.


Wil was zoals gewoonlijk hard bezig allerlei zaken te regelen. Het liep allemaal op rolletjes.


Verzamelen in de kerk voor de start van het programma.

De kerk liep 'ouderwets' vol.


Bert deed het openingswoord. Ik wil iedereen hartelijk welkom heten. Het is fijn de kerk weer eens vol te zien. Dat is lang geleden. Ik zie heel veel bekende gezichten. Oud dominees, oud organisten. Mensen die ik vaak zie en mensen die ik lang niet meer heb gezien.


We hebben een prachtig programma met een inleiding over de kerk door Johan Okkema; niemand die zoveel over kerkarchitectuur weet als Johan. En muziek en een bijzondere modeshow. En natuurlijk alle tijd om bij te praten. 

Al eerder had ik geconstateerd dat Bert een aardige causeur was. Ook vandaag zorgde hij voor de nodige grappen.

Vroeger zaten jongeren op de galerij en dan liefst zo ver mogelijk achterin. De kerkbanken hebben het geweten. 

Die preek duurde veel te lang, dus lekker kletsen en van je liefde getuigen.

Gereformeerden aten altijd KING pepermunt. Als het goed was, kon je er de preek mee door komen. 
In het kader van de terugloop van het aantal kerkgangers: Vroeger zag ik een rol pepermunt niet meer terug als ik hem doorgaf aan mijn buurman. Tegenwoordig helaas wel. Daarom als klein cadeautje als jullie weg gaan: een doosje pepermuntjes.

Hij bedankte iedereen met naam en toenaam die zich hadden ingezet voor deze reünie en de jubileumviering de volgende dag. Dat je vandaag oude vriendschappen weer mag ophalen!

Organist Edwin Vooijs speelde tussen de toespraken door 'Grand Choeur en fa dièse mineur' van César Franck (1822-1890), 'Paraphrase sur un choeur de Judas Maccabaeus de Händel' van A. Guilmant (1837-1911) en 'Toccata' van L. Boëllmann (1862-1897).

Johan Okkema (zie hieronder) vertelde over het orgel: De kerk bezat geen fraai orgel dat geschikt was voor het geven van concerten. …. In 1925 werd het nieuwe orgel, gebouwd door de firma Standaart die ook de maker was van het orgel in het stadhuis aan de Coolsingel, in gebruik genomen. Dit orgel is tot 1987 in gebruik geweest. In het daaropvolgende jaar werd dit instrument vervangen door het fraaie Van Leeuwenorgel dat afkomstig was uit de gesloten Statensingelkerk. Op dit orgel vinden regelmatig concerten plaats.


Het orgel.

Daarna hield Johan Okkema, ouderling-kerkrentmeester en archivaris, een toespraak met als titel 'Terugblik op 100 jaar Bergsingelkerk'. Hier volgt een deel van zijn toespraak.

In de jaren negentig was er vrijwel niemand die geloofde dat deze mijlpaal ooit zou worden bereikt. Het stond er toen slecht met de kerk voor. Er was veel achterstallig onderhoud. Met een constant slinkend aantal gemeenteleden was dit onderhoud niet meer te betalen. Het zou niet lang meer duren eer de slopershamer zijn werk zou doen. Dat zou het einde betekenen van een monumentaal kerkgebouw.

Ik wil echter niet op mijn verhaal vooruitlopen maar eerst nog enige momenten uit de geschiedenis van het kerkgebouw behandelen. De bouw van de Bergsingelkerk was nodig geworden nadat in het in 1903 geannexeerde gedeelte van de Bergpolder die op het grondgebied van de gemeente Hillegersberg lag, een nieuwe woonwijk werd gebouwd. Deze wijk ontving de naam Nieuwe Noorden en werd later Liskwartier genoemd. Er vestigden zich hier betrekkelijk veel kerkelijke mensen, waaronder nogal wat gereformeerden. Deze waren wat de kerkdiensten betreft, aangewezen op de Nieuwe Noorderkerk aan de Snellemanstraat in het Oude Noorden. Deze kerk kon al spoedig het groeiende aantal bewoners uit de nieuwe wijk niet meer herbergen. 

Daarom werd besloten een nieuwe kerk te bouwen. Dit kerkgebouw verrees op de hoek van de Bergsingel en de Bergselaan en kreeg de naam Bergsingelkerk. Als architect was Tjeerd Kuipers gevraagd om een monumentaal ontwerp te maken. Kuipers had in ons land al heel wat monumentale kerken gebouwd. De Bergsingelkerk was een geliefd kerkgebouw dat elke zondag zowel 's morgens als 's middags goed bezet was.

Lampjes tellen in de lichtkronen.

Al op jonge leeftijd werden de kinderen meegenomen naar de kerk. Er was voor hen echter weinig te beleven. Er waren nog geen oppas- en kindernevendiensten. Je moest stilzitten tussen de grote mensen. De enige ontspanning lag in het tellen van de ruitjes in de grote ramen en van de lampjes in de lichtkronen. 


Op de galerij. Hoewel de kerk aardig vol was, hoefde niemand vandaag op de galerij te zitten. Na de oorlog tot in de jaren '60 was de galerij nog aardig bezet met kerkgangers. Tegenwoordig dient het vooral als opslagruimte.

De grotere kinderen zaten vaak op de achterste banken van de galerij tegenover de kansel. De een zat daar braaf zijn psalmversje voor school te leren. Anderen beoefenden op de banken wat houtsnijwerk. Weer anderen zaten te kaarten. Het ging er overigens vaak luidruchtig aan toe. Vanaf de kansel werd nogal eens een waarschuwend woord tot de rumoerige jongeren gericht. Een van de predikanten dreigde zelfs hun namen te noemen.


Er was een groot assortiment aan predikanten. Veel namen hebben nog een legendarische klank. Wie herinnert zich nog de predikanten Meijster, Buffinga en Tazelaar. Meijster was de predikant die maar liefst 42 jaar aan onze gemeente was verbonden. 
En wie herinnert zich nog dominee Dee, de predikant van Ziekenhuis Eudokia. Met spanning keek men naar hem hoe hij vanuit de predikantskamer in huppelpas over het podium naar de kanseltrap liep. Dit leverde hem de bijnaam 'het huppelend evangelie' op. 


Dan was er verder nog dominee Bouwmeester. Hij was geliefd om zijn huisbezoeken. Alleen zijn preken werden niet zo op prijs gesteld. Deze waren heel lang en werden op eentonige wijze ten gehore gebracht. Als men de preken echter rustig doornam, merkte je hoe goed en degelijk ze in elkaar zaten. Maar de kerk was bij Bouwmeester nooit vol. Hij besefte dat terdege en leerde er mee te leven. Toen er eens een nieuw gemeentelid in zijn wijk kwam wonen en tegen hem zei dat ze er niet tegen kon in een volle kerk te zitten, zei Bouwmeester laconiek tegen haar dat ze dan maar bij hem ter kerke moest gaan, want bij hem waren de kerken nooit vol. 

Wie wel volle kerken had, was dominee Timmer. Hij was een ware kanseltijger. Zo lang als de preken van Bouwmeester waren, zo kort waren die van Timmer. Eens hield hij de kortste preek van zijn leven. Tijdens het uitspreken van een preek verloor Timmer op onverklaarbare wijze zijn kunstgebit dat aan de voet van de kansel terechtkwam. Dominee Timmer ging nog enige tijd slissend verder, maar beëindigde toch al vrij snel zijn preek.

De kerk raakte leeg.

In de tweede helft van de jaren vijftig begonnen zich al tekenen te vertonen van de achteruitgang (van het aantal kerkgangers). Deze zette zich in de jaren zestig in zeer sterke mate door. Aan de rand van de stad ontstonden nieuwe woonwijken waar veel bewoners uit de oudere stadswijken heen trokken. Daardoor werden de grote kerkgebouwen steeds minder bezocht. De vrijwillige bijdragen van de leden verminderden daardoor. Tevens vergde het onderhoud van de kerkgebouwen steeds meer geld. Er moest worden besloten tot drastische maatregelen. In 1966 werd besloten het oudste kerkgebouw, de uit 1901 daterende Nieuwe Noorderkerk te sluiten. De kerkgangers uit het Oude Noorden moesten nu voortaan in de Bergsingelkerk kerken. 

Twee jaar later, in 1968, werd het mooiste kerkgebouw van onze gemeente, de Nieuwe Zuiderkerk, voor de eredienst gesloten en een jaar later gesloopt. Daarna werd besloten voorlopig geen kerkgebouwen meer te sluiten doch deze door een verbouwing te verkleinen. Zo werd de Bergsingelkerk in 1977 verbouwd. Het aantal zitplaatsen werd verminderd. Onder de galerij tegenover de kansel werd een zaal ontworpen. Daar in het kerkgebouw weinig zaalruimte aanwezig was, voorzag deze zaal in een behoefte. Er werd dan ook heel veel gebruik gemaakt van deze nieuwe ruimte. 


De achteruitgang was echter niet te stuiten. ... Nu restte alleen nog de Bergsingelkerk. Het leek er echter op dat ook dit gebouw op de duur moest verdwijnen. In 1999 werd besloten om de Bergsingelkerk te sluiten en te verkopen. Op de plaats van de kerk zou dan een woongebouw met daaronder een kerkzaal worden gebouwd. Er ontstond veel weerstand tegen dit plan, met name ook van de buurtbewoners. 

Het college van B&W van Rotterdam besloot nog in datzelfde jaar een procedure te starten om de Bergsingelkerk als gemeentelijk monument aan te wijzen. Op 5 mei 2000 was het zover dat de kerk inderdaad een gemeentelijk monument werd. Als reden van deze aanwijzing gaf het college van B&W aan dat de Bergsingelkerk van algemeen belang is voor de gemeente Rotterdam, met name vanwege de hoge ensemblewaarde c.q. de stedenbouwkundige betekenis als markering van de kruising van de in 1910 aangelegde Bergsingel en Bergselaan. Bovendien bevatte het kerkgebouw nog veel oorspronkelijke interieuronderdelen die van belang zijn vanwege de cultuur-historische waarde. 


Eén van de vele originele details: één van de twee pelikanen aan de voorzijde van de kerk. Pelikanen golden in het vroege christendom als symbool van opofferende moederliefde. 'Moederpelikanen' werden afgebeeld met een door henzelf opengepikte borst, waardoor de jongen met bloed gevoed konden worden (bron: Wikipedia).

Op 1 mei 2001 besloot de kerkenraad dat de Bergsingelkerk eigendom bleef van de Gereformeerde Kerk en dat ze zou worden gerestaureerd. Voor de restauratie van de kerk werd flink bijdragen door de gemeente Rotterdam en verschillende fondsen. Ook werd er onder de buurtbewoners een actie gehouden waardoor veel geld werd binnengehaald. De restauratie nam een aantal jaren in beslag. Op 25 november 2006 kon de gerestaureerde kerk in gebruik worden. 


Elke zaterdagmiddag Open Huis.

Intussen was er op initiatief van dominee Grosheide een projectgroep in het leven geroepen die onder de naam Bergsingelkwartier activiteiten voor de buurtbewoners ging organiseren. De buurtbewoners waren de Bergsingelkerk ook als hun kerk gaan beschouwen, al kwamen ze nooit naar de zondagse erediensten. Iedere zaterdagmiddag wordt er een Open Huis in de voorzaal gehouden. Hier kan men terecht voor activiteiten of gewoon maar onder het genot van een kopje koffie of thee wat met elkaar te praten. Er worden ook exposities gehouden van werken van mensen uit de buurt. En dan zijn er nog de maaltijden die iedere maandagavond plaats vinden. 

Optreden van Frank Groothof tijdens het eerste lustrum van het Bergsingelkwartier in 2010.

Veel muziek wordt er tegenwoordig in het kerkgebouw beoefend. Orkesten gebruiken de kerk als repetitieruimte en geven daar hun concerten. Veel groepen als VVE's en politieke partijen houden er hun vergaderingen.

Maar ook voor de eigen gemeenteleden is de sfeer in de kerk veranderd. Wist je vroeger niet hoe snel je na de dienst het kerkgebouw moest verlaten om je thuis op de koffie te werpen; in de jaren tachtig werd in de steeds kleiner wordende gemeente het koffiedrinken na de dienst ingevoerd. Dit heeft de gemeenschapsbeoefening sterk bevorderd. Mensen die elkaar vroeger alleen maar van gezicht kenden, raakten nu met elkaar in gesprek. Veel mensen gingen als vrijwilligers meewerken aan de activiteiten die door de verschillende kerkelijke commissies werden georganiseerd.


Dit waren slechts enige grepen uit de geschiedenis van een kerkgebouw dat reeds 100 jaar een belangrijk ontmoetingspunt in de wijken van Noord is geweest. Hopelijk kan de Bergsingelkerk ook in de toekomst nog een belangrijke rol in onze stad spelen.

Bert had in de tussentijd nog een paar bekende gezichten zien binnenkomen en die moesten natuurlijk ook nog even welkom worden geheten. Hij gaf daarna het woord aan Jan Willem Slaa, ouderling beleidszaken. Hieronder een klein gedeelte uit zijn toespraak.

Er is mij gevraagd om op deze reünie van onze mooie Bergsingelkerk ook enkele woorden te spreken over haar toekomst. De reden dat dat mij gevraagd is, is omdat ik mij sinds krap een jaar als ouderling bezighoud met het bijwerken van het beleid van onze gemeente. Daarnaast zal het u opvallen dat ik een klein beetje jonger ben dan de meeste aanwezigen, die hetzij in het verleden, hetzij al decennialang zich verbonden weten met deze kerk / deze gemeente. Ik zou mijzelf dan ook kunnen rekenen tot de ‘jongere generatie’ en daarmee misschien ook tot ‘de toekomst van de kerk’. 


...Een van de redenen dat deze kerk aantrekkelijk is voor jongere christenen, is dat deze openstaat voor een breed scala aan geloofsopvattingen. Daarmee onderscheidt zij zich in verhouding met Rotterdamse kerken waar dogma’s en naleving een sterkere nadruk krijgen dan hier. Dat wil niet zeggen dat al deze jongeren vrijzinnig zijn of een liberaal, vrijblijvend geloof aanhangen. Nee, het is meer het besef dat door te luisteren naar elkaars geloofsopvattingen men dichter bij de kern van het Evangelie komt. Ook groeit bij de jonge Rotterdammers een verbondenheid met de stad, waar zij graag iets van willen maken.


Er zijn echter wel genoeg uitdagingen. Vanwege de demografische ontwikkelingen in de wijk, zijn er relatief weinig leden tussen de 40 & 60 jaar. Wanneer er tegenwoordig eenmaal een gezin is gesticht, vertrekken deze toch vaak naar wijken of plaatsen buiten de stad. Dat maakt het wel eens moeilijk om nieuwe kerkenraadsleden te verwelkomen, maar geeft ook aan dat het niet logisch is om te verwachten dat de huidige jongere generatie wel zal blijven hangen. Dat is niet meer vanzelfsprekend in een tijd waar vaste contracten zeldzaam aan het woorden zijn, de wereld kleiner is geworden en de samenstelling van de bevolking een stuk diverser is dan vroeger. Als gevolg daarvan durven jongeren het vaak niet aan om zich voor langere tijd aan een bepaalde functie of activiteit te verbinden. Dat maakt continuïteit een grotere uitdaging.


Onze kerk zal hierop moeten inspelen en enige zaken moeten veranderen. … En als laatste, je afvragen wat je belangrijkste taken zijn als kerk: zijn die gericht op je eigen leden en een soepele organisatie, zijn die gericht op de zorg voor wijk, stad of wereld of ligt die in het vertellen van de goede boodschap? Ook dat is niet makkelijk, maar in een veranderende samenleving waarin de kerk minder vanzelfsprekend is dan vroeger, moet je dat wel afvragen om niet te bezwijken onder je eigen ambities. Daarom is het zeker nu van belang om duidelijk beleid te maken, zodat je weet waar je naar toe wilt werken.


Daarna nog een muzikaal intermezzo met het lied 'De kathedraal van Noord' door leden van de Theatergroep Bergpolder, onder begeleiding van de organist.

Er werd goed meegezongen.


Soms uit volle borst.

Als hekkensluiter van de ochtend bedankte Wendelien Lans de kerk namens de Bewonersorganisaties Liskwartier en Bergpolder.

Wij zijn blij met de Bergsingelkerk als buurtkerk. Het begon met gesprekjes tussen - allen toenmalig - dominee Elbert Grosheide, voorzitter van de bewonersorganisatie Henk van Ravesteyn en opbouwwerker Wouter van Welzen. Er groeide een fijne samenwerking en de sociale netwerken van kerk en bewonersorganisaties verstrengelden zich. Wij leggen uit: 'Nee je hoeft niet van de kerk te zijn of te worden. Iedereen is welkom! Zo zijn er tientallen activiteiten in, bij en met de kerk georganiseerd, zoals de jaarlijkse wielerronde, voorstellingen van de Theatergroep Bergpolder, allerlei repetities, start van de Noord4daagse enzovoort. Altijd welkom met koffie en broodjes!


Dat is een cadeautje waard in de vorm van een kleine financiële bijdrage. Doe ermee wat jullie goed dunkt. Wij zijn jullie dankbaar voor de samenwerking. De kerk is onze grote vriend geworden. Houden zo! Van Wil van Namen vernam ik dat daarvan stoeltjes zullen worden gekocht voor de 'kinderkerk'.

Tijd voor de lunch met lekkere broodjes.

En soep. Wat is dit voor soep? 

Vrijwel alles wordt in de kerk gedaan door vrijwilligers. Helaas - analoog aan de teruglopende kerkgang - is er een gebrek aan vrijwilligers ontstaan, dus als je wilt helpen op de Open Huis-zaterdagmiddag of andere dagen: graag!


Weer kennismaken en bijpraten.

Lachen om dingen uit het verleden.


Er was een uitgebreide expositie over de geschiedenis van de gereformeerde kerk in Rotterdam en - uiteraard - die van de Bergsingelkerk in het bijzonder.

Ook hier herinneringen ophalen.


Een boek van een ander jubileum, namelijk voor Samuel en Anna de Bruyn, die 25 jaar koster en kosteres waren.


Van thuis meegenomen. Ken je deze foto?

Het was lekker druk en de gesprekken hadden zo te zien iets teveel volume om het telefoongesprek te volgen.

Meneer Paul (rechts) van de Pakistaanse Gemeenschap die zondags ook diensten houdt in de kerk, werd door Bert vanochtend nog apart bedankt voor alle hulp die hij verleent.


Voormalig dominee Elbert Grosheide (links) in een geanimeerd gesprek. De dag erna was hij weer even dominee in zijn oude kerk als onderdeel van de jubileumactiviteiten.

Het middagprogramma startte met een optreden door drie conservatoriumstudenten.

Onder leiding van Mutsumi Watanabe.

Met Alicia Pallares op klarinet.

En de net afgestudeerde Cynthia Castanos op fagot.



De middag werd afgesloten met een zeer bijzondere modeshow: 'de kerk op de catwalk'. Een show van predikantskleding door de eeuwen heen, gepresenteerd door Carla Zuidema-de Bruijn. Hierboven een aantal model-predikanten in de favoriete kledingkleur van de protestantse kerk door de eeuwen heen: zwart!

Een kijkje achter de schermen: voordat de modeshow begint, moet er veel worden geregeld. De kleding wordt uitgezocht. Op de foto is precies te zien waar wat bij hoort en hoe het model er uit hoort te zien.

Aat Vlot kijkt wat er voor hem is voorbestemd.

Maar we zien hem even later in een veel kleuriger outfit. Een predikant uit de VOC-tijd in zulke kleurige kleding? Nee, hij verbeeldt een student-predikant. Die had dus nog geen openbare functie.

De modellen waren vrijwilligers, maar er waren er bij aanvang niet genoeg. Wil wist met haar overredingskracht nog wat mannen te ronselen.

En zoveel verschilt het niet: de trui die hij aan had, is qua kleurstelling helemaal identiek aan dit tuniek.

Theaterman Rob de Vries deed graag mee. Meneer de fotograaf, moet dat nou, zo foto's van mij maken?

Ja, maar ook zo! Rob lijkt best wel ijdel.

Apart, die pruik. Hoe ver mocht je als predikant meegaan met de mode?

Carla en haar collega's instrueerden de modellen. Deze historische modeshows worden georganiseerd vanuit de Bronkerk in Ugchelen. Met een team van mensen die de kleding hebben gemaakt en zorgen voor het wassen en herstellen. Carla: we hebben al 151 shows gegeven!


En dan start de modeshow. Voor het altaar schrijdend met de bijbel in de hand.

Voorlangs Carla, die vertelde over wat dit model aan had, uit welke tijd en andere bijzondere details.

Van de website van de Bronkerk: Predikanten droegen vanaf het begin van de Reformatie helemaal geen toga’s, want het onderscheid tussen de eenvoudige gelovige (de leek) en de geestelijke stand werd afgeschaft. Met als gevolg dat de dominee ‘eigentijds’ gekleed ging. Maar dan regeert de mode, waar het behoudende kerkvolk de nodige moeite mee had. De show laat de invloed van de mode op de predikantskleding zien door de eeuwen heen.

Dertien figuren komen op met o.a. 16e en 17e eeuwse kleding: pofbroek en wambuis, predikanten met lange haardracht of in de studeerkamer met tabbaard of Japonse rok in de VOC-tijd. In de 18e eeuw de Pruikentijd, de Bataafse Tijd: mantel en bef. De 19e eeuw met invoering van de toga in de NH Kerk. 1892: ontstaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Abraham Kuyper wijst de toga af: de predikant gaat eenvoudig gekleed in zwart jasje en grijze streepjesbroek. In de 20e eeuw zien wij de liturgische gewaden, zoals bekend van de RK Kerk, terugkeren met stola’s in de kleuren van het kerkelijk jaar. En tenslotte 'de vrouw in het ambt’.

Slingerend tussen de kerkbanken door.

Met een molensteenkraag om, die we kennen van schilderijen uit de Gouden Eeuw. Die kragen waren echter zo kostbaar en bewerkelijk, dat ze al snel kleiner werden gemaakt, om daarna definitief te verdwijnen.


Hij kwam zelfs twee keer op de catwalk: de kerkgangers vonden dat de predikanten wel erg modieus werden en zich teveel van de doorsnee kerkganger gingen onderscheiden. Dus werd er aangedrongen op 'oude eenvoud' en was er een revival van kleding van 100 jaar daarvoor. Een soort vintage dus.

Met bijpassende schoenen. Dat lukte niet bij iedereen; de schoenmaat uit die tijd was een aantal modellen te klein.

Hoewel qua modebeeld niet zo afwijkend van predikantenkleding, is hij een student-predikant. Je waant je met hem in deze ambiance eeuwen terug. Gelukkig zijn zijn schoenen hier uit beeld; zie de montage bij het begin van de modeshow.

De student-predikant in 'Japonse rok' in de VOC-tijd. Alles uit Japan was in die tijd in de mode. Er werd - zo kregen we van Carla te horen - in die tijd wel om die uitdossing gelachen.

Uitstekend gecast: Rob voelde zich helemaal thuis in de pruikentijd en maakte er een mooie show van.

Carla vertelde met smaak en humor over de kleding.


In toga.

Uit de tijd van Abraham Kuyper (1837-1920), die de toga maar niets vond. Het moest dus weer gewoner.

Ook actief bewoner en kerkganger Hans Paul deed mee op de catwalk. Waar de protestantse kleding eeuwenlang vooral sober was, in tegenstelling tot de kleding in de katholieke kerk, kwamen in de 20e eeuw kleurige stola's in zwang. Die juist erg doen denken aan de kleding van de katholieke kerk...

En ten slotte als modernste loot: de vrouwelijke predikant!

Nog even bij elkaar voor een groepsfoto. Deze leuke en leerrijke show wordt vaker in het land gehouden. Van harte aanbevolen!

U bent er nog? Dank voor uw aandacht en gegroet.


Foto's en tekst: Mick Otten 

Met dank aan de sprekers voor hun tekst en de website van de Bronkerk; de volledige tekst van de geschiedenis van de kerk van Johan Okkema kunt u bij ons opvragen.